donderdag 19 januari 2012

Bronnen

Bronvermelding

Internet;
www.mishandelingbinnenkinderopvang.nl

Boeken;
Schoolboekje kind in de knel van edu-actief

De rechten van het kind

Artikel 1: Definitie van het kind.
Artikel 2: Non-discriminatie
Artikel 3: Het belang van het kind.
Artikel 4: Realiseren van kinderrechten
Artikel 5: Rol van de ouders
Artikel 6: Recht op leven en ontwikkeling
Artikel 7: Naam en nationaliteit
Artikel 8: Identiteit
Artikel 9: Scheiding kind en ouders
Artikel 10: Gezinshereniging
Artikel 11: Kinderontvoering
Artikel 12: Participatie en hoorrecht
Artikel 13: Vrijheid van meningsuiting
Artikel 14: Vrijheid van gedachten, geweten en godsdienst
Artikel 15: Vrijheid van vereniging
Artikel 16: Privacy
Artikel 17: Recht op informatie
Artikel 18: Verantwoordelijkheid van ouders
Artikel 19: Bescherming tegen kindermishandeling
Artikel 20: Kinderen zonder ouderlijke zorg
Artikel 21: Adoptie
Artikel 22: Vluchtelingen
Artikel 23: Kinderen met een handicap
Artikel 24: Gezondheidszorg
Artikel 25: Uithuisplaatsing
Artikel 26: Sociale zekerheid
Artikel 27: Levensstandaard
Artikel 28: Onderwijs
Artikel 29: Onderwijsdoelstellingen
Artikel 30: Kinderen uit minderheidsgroeperingen
Artikel 31: Recreatie
Artikel 32: Bescherming tegen kinderarbeid
Artikel 33: Bescherming tegen drugs
Artikel 34: Seksueel misbruik
Artikel 35: Handel in kinderen
Artikel 36: Andere vormen van uitbuiting
Artikel 37: Kinderen in detentie
Artikel 38: Kinderen in een oorlogssituatie
Artikel 39: Bijzondere zorg voor slachtoffers
Artikel 40: Jeugdstrafrecht
Artikel 41: Relatie met andere rechten
Artikel 42: Informatie over het VN-kinderrechtenverdrag
Artikel 43: Comité voor de rechten van het kind 
Artikel 44: Rapporteren aan comité voor de rechten van het kind
Artikel 45: Kinderrechtenorganisaties rapporteren aan het kinderrechtencomité


Kijk op www.kinderrechten.nl voor wat de artikelen inhouden en voor websites met meer informatie


Raad van de kinderbescherming

Soms kunnen ouders hun kind (tijdelijk) niet de opvoeding en zorg bieden die nodig is voor een evenwichtige ontwikkeling tot zelfstandigheid. In dat geval kan de Raad voor de Kinderbescherming ingeschakeld worden.
Dat opvoeden niet altijd gemakkelijk is, weet iedereen die kinderen heeft. Een handleiding voor opvoeders bestaat niet; ook bestaat er geen ideale opvoeding en zijn er geen perfecte opvoeders. Daardoor heeft elk gezin wel eens moeilijkheden.
Dat hoeft niet erg te zijn als de ouders er in slagen om samen met hun kind een oplossing te vinden. Voor een kind is het belangrijk dat het op een evenwichtige manier opgroeit.

Soms echter zijn de problemen zo groot dat de ontwikkeling van het kind bedreigd of geblokkeerd wordt. Dat kan bijvoorbeeld zijn als ouders hun kind verwaarlozen, mishandelen of seksueel misbruiken. Maar er zijn meer moeilijkheden die de ontwikkeling van een kind negatief kunnen beïnvloeden. Deze moeilijkheden brengt de Raad samen onder de term ‘opvoedingsproblemen’.

Er zijn verschillende soorten opvoedingsproblemen te onderscheiden:
  • seksueel misbruik;
  • mishandeling;
  • kind wordt door ouders uit huis gezet;
  • wegloopgedrag van kind;
  • strafbaar gedrag kind;
  • kind is onhandelbaar;
  • kind heeft schoolproblemen of spijbelt vaak;
  • kind is verslaafd;
  • ouders hebben psychische problemen;
  • crimineel gedrag ouders;
  • ouders zijn verslaafd.
De rol van de raad van de kinderbescherming:

Als ouders samen met BJZ( Bureau Jeugdzorg ) de problemen niet kunnen oplossen en de opvoedingssituatie blijft bedreigend voor de ontwikkeling van het kind, dan schakelt BJZ/AMK( Advies- en meldpunt kindermishandeling) de Raad voor de Kinderbescherming in. In een overleg tussen de Raad en BJZ (het Casusoverleg) wordt de beschikbare informatie besproken en draagt BJZ de zaak over aan de Raad. De Raad doet vervolgens een onderzoek naar het kind en het gezin om te achterhalen of sprake is van een zodanig bedreigende opvoedingssituatie dat verplichte hulp nodig is. In dat geval verzoekt de Raad aan de rechter een maatregel van kinderbescherming op te leggen. Welke maatregelen er zijn en wat dit verder inhoudt kunt u lezen via onderstaande link.

Soms signaleert de Raad zelf dat sprake is van (een vermoeden van) ernstige opvoedingsproblemen. Dit kan gebeuren als de Raad zelf al bezig is met een onderzoek, bijvoorbeeld omdat een kind met de politie in aanraking is gekomen. In dergelijke gevallen kan de Raad zonder tussenkomst van BJZ/AMK besluiten tot een beschermingsonderzoek. De Raad brengt BJZ/AMK in zulke gevallen wel op de hoogte van zijn beslissing om dit onderzoek te starten.

Verder houdt de Raad zich bezig met jongeren die met de politie in aanraking komen. Ook is de Raad betrokken bij het afstaan of adopteren van kinderen. Bovendien speelt de Raad op verzoek van de rechter een rol bij ouders die uit elkaar gaan en het niet eens worden over afspraken over hun kinderen. De Raad verleent zelf geen hulp aan gezinnen. Wel zorgt de Raad dat de hulpverlening zo nodig op gang komt.

Gevolgen van mishandeling

Kindermishandeling kan ernstige gevolgen hebben op de ontwikkeling van het kind.Een kind is voor zijn ontwikkeling zowel geestelijk als lichamelijk afhankelijk van de zorg van zijn ouders en/of andere volwassenen.
Deze afhankelijkheid is des te groter naarmate het kind jonger is.
Hoe ouder het kind wordt hoe meer de omgeving ook een invloed heeft.
Hoe beter de lichamelijke en emotionele zorg van de ouder voor het kind, des te groter de kans tot een evenwichtige ontwikkeling. Het kind ontwikkelt daardoor een basisvertrouwen in zichzelf alsook in de ander.
Kindermishandeling kan dit basisvertrouwen aantasten. De buitenwereld wordt daardoor als vijandig ervaren en dit verstoort de sociale omgang met anderen.
Niet elk kind lijdt evenveel onder de gevolgen van kindermishandeling.
De ernst van de gevolgen zijn onder meer afhankelijk van:
  • de leeftijd waarop de mishandeling aanvat: hoe jonger het kind des te afhankelijker het is en des te minder het beschikt over eigen geestelijke en lichamelijke mogelijkheden om zich te verdedigen.
  • de ernst van de feiten
  • de betekenis die deze feiten voor het kind gekregen hebben
  • de duur van de mishandeling
  • de plicht op geheimhouding
  • de impact op de hechting van het kind
  • de graad van verwantschap en de emotionele band met de pleger
Beschermend kan zijn dat het kind steun ervaart.
Die steun kan er zijn vanuit de onmiddellijke omgeving. Dat kan een broer, een vriend(in), een ouder, een grootouder, een leerkracht zijn ...
Ook de hulp van een hulpverlener die het opneemt voor het lot van het kind en vanuit zijn positie poogt te helpen kan een wezenlijk verschil maken.
Steun vanuit de directe omgeving en een professionele interventie, kort nadat de mishandeling aan het licht wordt gebracht, kan erg belangrijk zijn voor het vermijden van ernstige lange termijn gevolgen.

De gevolgen kunnen zich uiten op diverse terreinen:
1. Lichamelijke letsels
2. Emotionele gevolgen

1. Lichamelijke letsels

Lichamelijk kindermishandeling kan letsels veroorzaken.
  • uitwendige verwondingen: schaafwonden, kneuzingen, blauwe vlekken, snijwonden, brandwonden …
  • inwendige verwondingen: letsels van milt en lever, buik
  • botbreuken
  • verwondingen aan het hoofd: hoofdletsels ten gevolge van geweld kennen een hoog sterftecijfer en zijn momenteel de tweede grootste doodsoorzaak bij jonge kinderen onder de twee jaar!
    Een specifieke vorm van verwonding aan het hoofd zonder dat er uitwendige verwondingen te zien zijn is het Shaken Infant Syndroom (S.I.S.) : door het zeer heftig heen en weer schudden van de baby worden in de hersenen bloedingen veroorzaakt die kunnen leiden tot een blijvende handicap voor het kind.
Seksueel misbruik kan leiden tot letsels aan de geslachtorganen of aan de anus en houdt een risico in op seksueel overdraagbare ziektes oploopt en/of ongewenste zwangerschap.
Ook andere vormen van kindermishandeling zoals lichamelijke verwaarlozing, emotionele mishandeling en verwaarlozing kunnen ernstige gevolgen hebben op lichamelijk vlak.Ernstige emotionele verwaarlozing kan ertoe leiden dat kinderen -ondanks dat ze materieel niets tekort krijgen - een uitgesproken achterstand in hun groei en ontwikkeling krijgen vanwege een tekort aan emotionele voeding: men spreekt dan van psychogene groeiachterstand of non-organic failure-to-thrive.
Lichamelijke verwaarlozing door ondervoeding zorgt voor groei- en ontwikkelingsachterstand bij het kind: we spreken hier dan van organic failure-to-thrive.

2. Emotionele gevolgen

Elke vorm van kindermishandeling laat sporen na in de psychische belevingswereld van het kind. De emotionele gevolgen zijn zeer divers maar kenmerken zich vooral door een
negatief zelfbeeld, een gering gevoel van eigenwaarde en een verstoord vertrouwen in de ander.
De schade aan de emotionele ontwikkeling tijdens de jonge kinderjaren kan op adolescente en volwassen leeftijd uitmonden in (ernstige) gedragsproblemen zoals verslaving, delinquent gedrag…
Psychische problemen kunnen zich o.a. uiten in de vorm van angst en contactstoornissen, psychosomatische klachten en psychiatrische problemen (depressie, dissociatie etc..)

Kindermishandeling kan ook ontwikkelingsstoornissen veroorzaken. Het schaadt dan de emotionele ontwikkeling en de vooruitgang van de motoriek, de groei, de spraak, het taalgebruik en de intellectuele vermogens.
Door de impact van de mishandeling kan het kind moeite hebben om te functioneren in relatie tot leeftijdsgenoten of met andere volwassenen.
Enerzijds zijn er kinderen die thuis niet of nauwelijks de mogelijkheid krijgen om zich te uiten .
Wanneer ze dan elders zijn pogen ze datgene wat ze zelf hebben ondergaan op anderen toe te passen: ze vertonen agressief gedrag, of gaan onaangepast met anderen om. Dit maakt hen niet geliefd bij andere kinderen en volwassenen. Daardoor hebben ze het gevoel nog meer uit de boot te vallen. Ze gaan zichzelf als waardeloos beschouwen.
Wanneer de omgeving de betekenis van dit gedrag niet als dusdanig herkent en enkel bestraffend reageert, kan de negatieve spiraal van een gestoord zelfbeeld zich steeds versterken.
Anderzijds zijn er kinderen die zichzelf zo onzichtbaar mogelijk proberen te maken, zich terugtrekken uit de relatie en het contact met anderen zoveel mogelijk uit de weg gaan, waardoor ze uiteindelijk in een isolement geraken.
Bij beide gedragswijzen ontloopt het kind de kans om positief corrigerende ervaringen en belevingen met anderen op te bouwen.

zaterdag 14 januari 2012

Cijfers kindermishandeling, hoe vaak komt het voor?

Kindermishandeling is een wereldwijd probleem. We denken vaak dat kindermishandeling in ons land wel meevalt. Dat is niet terecht. Na 5 jaar van campagne voeren constateert NO KIDDING dat Nederland de ernst en omvang van kindermishandeling heel sterk onderschat.
Er zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd om de ernst van kindermishandeling in cijfers weer te geven. Deze onderzoeken komen met verschillende onderzoeksresultaten. Reden hiervoor is dat de onderzoeksgroep per onderzoek verschilt. Zo wordt soms onderzoek gedaan onder tieners, andere onderzoeken beschrijven alleen de situatie in Nederland en het onderzoek van The Lancet is bijvoorbeeld uitgevoerd in alleen rijke landen.
Uit de onderzoeken kan geconcludeerd worden dat in Nederland minimaal 350.000 kinderen worden mishandeld. Dat zijn 3 kinderen per klas. Ook blijkt dat 1 op de 3 kinderen in Nederland onveilig is gehecht. Dat houdt in dat ze geen goede basis hebben

Feiten en cijfers:
·         in ons land sterft iedere week een kind aan mishandeling.
·         in Nederland worden ieder jaar 350.000 kinderen mishandeld: 3 kinderen per klas.
·         in rijke landen wordt tussen de 5 en 10% van de meisjes tijdens hun jeugd verkracht. Dit geldt voor 1 tot 5% van de jongens.
·         in ons land doet ieder half uur een scholier een poging tot zelfdoding
·         per jaar zijn meer dan 100.000 kinderen getuige van huiselijk geweld. Kinderen die getuige zijn van geweld lopen ernstige psychische schade op.Steeds meer kinderen en jongeren in Nederland kampen met grote gedragsproblemen. 1 op de 20 kinderen besnijdt zichzelf
Kindermishandeling
  • onderzoek wijst uit dan in de rijke landen een op de tien kinderen jaarlijks het slachtoffer wordt van een vorm van kindermishandeling. Slechts 10% van deze gevallen is bekend bij de kinderbescherming instanties.
  • 4 tot 16% van de kinderen in rijke landen wordt jaarlijks lichamelijk mishandeld.
  • 10% van de kinderen in rijke landen wordt slachtoffer van emotionele mishandeling of wordt verwaarloosd.
  • elke drie uur wordt er bij de rechter bescherming gevraagd voor een kind. Onder toezichtstelling, ontheffing, of ontzetting uit de ouderlijke macht.
  • 1 op de 20 baby's die veel huilen wordt op de een of andere manier mishandeld, door elkaar geschud, of krijgt een doek op de mond om het huilen te smoren. Dit komt vaak te laat aan het licht, omdat ouders zich ervoor schamen dat zij niet met hun baby kunnen omgaan.
  • kindermishandeling leidt tot mentale problemen, drugs- en alcoholmisbruik, risicovol seksueel gedrag, zwaarlijvigheid en crimineel gedrag.
  • verwaarlozing is minstens zo beschadigend als lichamelijk mishandeling en seksueel misbruik.
  • 80% van de TBS patiënten in het Pieter Baan Centrum is in hun jeugd emotioneel verwaarloosd, mishandeld of seksueel misbruikt.
  • kindermishandeling is zowel een schending van de mensenrechten als een publiek gezondheidsprobleem en het veroorzaakt hoge lasten voor de samenleving.
  • bij meer dan de helft van de kinderen die bij een AMK werd gemeld, duurde de mishandeling op het moment van melding al langer dan een jaar. Tweederde van de mishandelde kinderen die hulp krijgen, is op dat moment al langer dan een jaar mishandeld.
  • baby's zitten op een dag gemiddeld 2 uur in een buggy: uit onderzoek blijkt dat dat veel stress veroorzaakt.
Seksueel misbruik
  • een op de vijf meldingen van seksuele kindermishandeling betreft een jongen.
  • 15% van alle Nederlandse vrouwen heeft voor hun zestiende een negatieve seksuele ervaring meegemaakt met een familielid. In iets meer dan 50% van deze gevallen gaat het om ernstige misbruik.
  • 24% van alle Nederlandse vrouwen is in hun jeugd geconfronteerd met seksueel misbruik door iemand van buiten de familiekring. In bijna 50% van deze gevallen is sprake van ernstig misbruik. Dit betekent dat bijna 40% van de vrouwen in Nederland voor hun zestiende jaar een of meerdere ervaringen met seksueel misbruik heeft gehad.
  • de leeftijd waarop seksueel misbruik het meest voorkomt is tussen 8 en 12 jaar.
  • kinderen die het slachtoffer zijn van pedofielen worden in bijna 80% van de gevallen misbruikt door daders uit hun dagelijkse omgeving, veelal het gezin. Slechts in 10% van de gevallen zijn dader en slachtoffer onbekenden van elkaar.
  • het aantal kinderporno afnemers is in 13 jaar gestegen met 1500%.
Kind en maatschappij
  • 300 studies wereldwijd wijzen uit dat televisie kijken agressiviteit doet toenemen en angstgevoelens versterkt.
  • ruim 9% van de Nederlandse huishoudens leeft onder of rond het sociale minimum (armoedegrens). In 1998 betrof dit 354.000 kinderen onder de 18 jaar.
  • kinderen kijken gemiddeld 4.000 uur televisie voor ze naar de kleuterschool gaan.
  • voor hun 12e jaar zien kinderen minstens 90.000 geweldacties en 6.000 moorden.
  • meisjes met anorexia helpen elkaar via internet om zo mager mogelijk te worden.
  • tieners laten zich filmen tijdens seks en verspreiden die filmpjes via internet onder vrienden en bekenden.
  • scholieren tussen de 14 en 17 jaar hebben massaal harde porno op hun mobiele telefoons en sturen dit aan elkaar door.
  • 52% van alle 15 jarigen drinkt wekelijks alcohol.
  • kinderen tussen de 11 en 18 jaar worden vaak online gepest en lijden daar heel erg onder.
  • groepen jongeren slaan onschuldige voorbijgangers in elkaar, filmen dit en zetten de beelden op internet.
  • honderden meisjes onder de 16 jaar laten hun schaamlippen verkleinen: ze vinden elkaar op websites om te praten over toekomstige operaties.
  • meisjes verkopen hun lichaam in toiletten en garages voor breezers, een lift naar huis, happy meals enz.
  • kinderen stoken elkaar op via internet en sms'jes hoe je jezelf van het leven kunt beroven.
  • Kinderwagens waarbij baby's niet naar hun moeder kunnen kijken, verstoren de ontwikkeling. Kinderen die hun moeder niet kunnen zien, proberen vaker onsuccesvol hun aandacht te trekken. Kinderen die met hun gezicht naar moeder gericht zitten, lachen meer, luisteren meer naar de moeder en slapen sneller.
 Huiselijk geweld
  • meer dan een kwart van de Nederlandse bevolking is slachtoffer (geweest) van huiselijk geweld.
  • 900.000 kinderen onder de 12 jaar groeien op in een gezin waarvan een ouder psychische problemen of verslavingsproblemen heeft. Datzelfde geldt voor nog eens een half miljoen jongeren tot 22 jaar.
  • zo'n 40% tot 70% van de mannen die geweld gebruikt tegen hun partner mishandelt ook hun kinderen; 50% van de vrouwen die mishandeld worden, mishandelt ook hun kinderen.
Kindermishandeling en scholen
  • Van alle meldingen die gedaan worden bij het AMK, komt er 7% bij scholen vandaan.
  • Scholen blijven achter bij de implementatie van de meldcode kindermishandeling in vergelijking met andere beroepsgroepen.
  • Kindermishandeling heeft geen prioriteit. De meeste professionals geven aan bij vermoedens van kindermishandeling geen actie te hebben ondernomen in het afgelopen jaar.
  • Bijna de helft van de professionals die met kinderen betrokken is, beschikt over een meldcode (45%). Onderwijs is 49%.
  • Van de scholen met een meldcode heeft 4 op de 10 docenten geen idee van een meldcode.
  • De intentie om een meldcode in te voeren is niet hoog: Nog geen derde van alle professionals. Ook van de koepelorganisaties is er niet veel steun, gedacht wordt dat de professionals het zelf wel invullen, of dat kindermishandeling geen probleem is gebleken!
  • Training of scholing in het omgaan met vermoedens van kindermishandeling is laag: 29 %. (en niet structureel) In het onderwijs is dit maar 8%.
  • De behoefte voor het vergroten van kennis over kindermishandeling is niet minder bij professionals die al beschikken over een meldcode.
  • In het onderwijs is men minder bekend met de inhoud van meldcodes. Tegelijkertijd zien we dat in het onderwijs ook minder actie ondernomen wordt. Enerzijds moeten dus meer scholen meldcode gaan invoeren, anderzijds kan er ook nadrukkelijk gewerkt worden aan het vergroten van de bekendheid met een bestaande meldcode.
  • Het blijkt dat slechts een klein deel van de gesignaleerde gevallen van kindermishandeling gemeld wordt bij het AMK. Ondanks het feit dat de afgelopen jaren veel aandacht besteed is aan de implementatie van een meldcode.
  • De meldcode moet worden geïntegreerd in het werkproces - anders wordt er geen gebruik van gemaakt, of heeft men er geen weet van. Dit heeft volgens NO KIDDING alles te maken met betrokkenheid, gevoel en het nemen van verantwoordelijkheid.

woensdag 11 januari 2012

'Oorzaken' van kindermishandeling

Alle ouders willen het beste voor hun kinderen. Maar soms kan er iets mis gaan tussen ouders en kind. Als de ouders onder druk komen, kan het opvoeden van kinderen, dat er dan nog steeds bij hoort, opeens de emmer doen overlopen.
Ouders die hun kinderen mishandelen of verwaarlozen doen dat meestal uit onkunde. Ze hebben niet geleerd welke eisen het ouderschap stelt. Ze hebben persoonlijke problemen( alcohol of drugs) of ze hebben relatieproblemen. Daar komt bij dat relatief veel mishandelende ouders zelf ook een nare jeugd hebben gehad: mishandelde kinderen worden vaak mishandelende ouders.

Kinderen zijn nooit schuldig of medeplichtig aan de mishandeling die ze ondergaan. Kinderen zijn altijd het slachtoffer!.
Er zijn wel omstandigheden die kinderen extra kwetsbaar maken voor mishandelende ouders doordat die ouders er relatief zwaar door worden belast. Dat geldt bijvoorbeeld voor veel te vroeg geboren kinderen, ongeplande kinderen, huilbaby’s, hyperactieve of gehandicapte kinderen. Soms kunnen deze omstandigheden de ouders tot blinde razernij drijven, zodat ze niet goed meer weten wat ze doen met hun kind.

Er zijn ook externe factoren waardoor ouders tot het uiterste gedreven kunnen worden. Wie in een te kleine flat moet wonen, te weinig inkomen en geen werk heeft, geïsoleerd leeft of last heeft van buren of lawaai, verkeert in een zo ongunstige situatie dat de irritaties over wat een kind doet soms uit de hand kunnen lopen.

protocol kindermishandeling kinderopvang

Verdeling verantwoordelijkheden
Bij gebruik van dit protocol moet duidelijk zijn wie binnen de organisatie waarvoor verantwoordelijk is.

Verantwoordelijkheden directie, bestuur, leidinggevende:

·         Opnemen van het protocol kindermishandeling in het kwaliteitsbeleid van de organisatie.
·         Informeren van ouders en medewerkers over dit beleid.
·         Steunen van alle medewerkers in het handelen volgens het protocol.
·         Zorgdragen voor voldoende deskundigheid bij medewerkers over signaleren en omgaan met (vermoedens van) kindermishandeling.
·         Eindverantwoordelijkheid dragen voor de uitvoering van het protocol.

Verantwoordelijkheden leidinggevende:

·         Herkennen van signalen die kunnen wijzen op kindermishandeling.
·         Functioneren als vraagbaak binnen de organisatie voor algemene informatie over (het protocol) kindermishandeling.
·         Overleg plegen met de medewerker die zorg heeft over een kind.
·         Indien nodig overleggen met andere beroepskrachten.
·         Kennis hebben van de handelwijze volgens het protocol.
·         Vaststellen van taken van een ieder (wie doet wat wanneer).
·         Zo nodig contact op nemen met het AMK (Advies- en Meldpunt Kindermishandeling) voor advies of melding.
·         Waken voor de veiligheid van het kind bij het nemen van beslissingen.
·         Toezien op zorgvuldige omgang met de privacy van het betreffende gezin.
·         Verslaglegging.
·         Afsluiten van het protocol.
·         Evalueren van de genomen stappen.
·         Bijhouden van de sociale kaart.
·         Periodiek bijstellen van het protocol.

Verantwoordelijkheden medewerker kindercentrum:

·         Herkennen van signalen die kunnen wijzen op kindermishandeling.
·         Overleg plegen met de leidinggevende bij zorg over een kind aan de hand van waargenomen signalen die kunnen wijzen op kindermishandeling.
·         Uitvoeren van afspraken die zijn voortgekomen uit het overleg met de leidinggevende, zoals observeren of een gesprek met de verzorger.
·         Bespreken van de resultaten van deze ondernomen stappen met de leidinggevende.

De directie, de leidinggevende en de medewerkers zijn niet verantwoordelijk voor:
·         Vaststellen of er al dan niet sprake is van kindermishandeling.
·         Verlenen van professionele hulp aan ouders of kinderen (begeleiding, therapie).


Stappenschema

Fase 1: de leidster heeft een vermoeden
·         Observeer en leg vast
·         Onderzoek naar onderbouwing
·         Leg waarnemingen voor aan verzorger(s)
Verantwoordelijkheid ligt bij de leidster.

Fase 2: De leidster bespreekt het onderbouwde vermoeden in een overleggroep
·         Bespreken van informatie
·         (eventueel) extra gegevens
·         Plan van aanpak
Verantwoordelijkheid ligt bij de leidster en de leidinggevende

Fase 3: het uitvoeren van een plan van aanpak
·         Consulteren AMK
·         Praten met de verzorger(s)
·         (eventueel) praten met kind
·         Bespreken van de resultaten
Verantwoordelijkheid bij de leidinggevende

Fase 4: Beslissing
·         De vermoedens zijn na overleg met de betrokkenen niet bevestigd
·         Na gesprek(ken) met verzorger(s) is duidelijk dat de verzorger(s) ook bezorgd zijn
·         Na overleg met verzorger(s) blijft ernstige twijfel bestaan
·         Het vermoeden van kindermishandeling blijkt na het gesprek met de verzorger(s) gegrond
·         Er ontstaat een crisissituatie
Verantwoordelijkheid ligt bij de ( aangewezen verantwoordelijke in) overleggroep
Fase 5: Handelen
·         Wanneer de vermoedens na overleg met de betrokkenen niet zijn bevestigd: vernietig de werkaantekeningen en sluit de zaak af.
·         Wanneer na gesprek(ken) met verzorger(s) duidelijk is dat de verzorger(s) ook bezorgd zijn, verwijs de verzorger(s) door.
·         Wanneer er na overleg met de verzorger(s) ernstige twijfel blijft bestaan spreek je en extra observatieperiode af.
·         Wanneer het vermoeden van kindermishandeling na het gesprek met de verzorger(s) gegrond blijkt, wordt er een melding bij het AMK gedaan
·         Wanneer er een crisissituatie ontstaat wordt er gemeld bij : politie of crisisdienst bureau jeugdzorg.
Verantwoordelijkheid bij de ( aangewezen verantwoordelijke in) overleggroep.

Fase 6: evaluatie
·         Evalueer het proces en de procedure
·         Stel zo nodig afspraken bij
·         Registreer
Verantwoordelijkheid bij de (aangewezen verantwoordelijke in ) overleggroep

Fase 7: Nazorg
·         Blijf alert op het welzijn van het kind
·         Blijf signalen en zorgen melden bij het AMK
Verantwoordelijkheid bij de leidster en  (aangewezen verantwoordelijke in ) overleggroep