donderdag 19 januari 2012

Raad van de kinderbescherming

Soms kunnen ouders hun kind (tijdelijk) niet de opvoeding en zorg bieden die nodig is voor een evenwichtige ontwikkeling tot zelfstandigheid. In dat geval kan de Raad voor de Kinderbescherming ingeschakeld worden.
Dat opvoeden niet altijd gemakkelijk is, weet iedereen die kinderen heeft. Een handleiding voor opvoeders bestaat niet; ook bestaat er geen ideale opvoeding en zijn er geen perfecte opvoeders. Daardoor heeft elk gezin wel eens moeilijkheden.
Dat hoeft niet erg te zijn als de ouders er in slagen om samen met hun kind een oplossing te vinden. Voor een kind is het belangrijk dat het op een evenwichtige manier opgroeit.

Soms echter zijn de problemen zo groot dat de ontwikkeling van het kind bedreigd of geblokkeerd wordt. Dat kan bijvoorbeeld zijn als ouders hun kind verwaarlozen, mishandelen of seksueel misbruiken. Maar er zijn meer moeilijkheden die de ontwikkeling van een kind negatief kunnen beïnvloeden. Deze moeilijkheden brengt de Raad samen onder de term ‘opvoedingsproblemen’.

Er zijn verschillende soorten opvoedingsproblemen te onderscheiden:
  • seksueel misbruik;
  • mishandeling;
  • kind wordt door ouders uit huis gezet;
  • wegloopgedrag van kind;
  • strafbaar gedrag kind;
  • kind is onhandelbaar;
  • kind heeft schoolproblemen of spijbelt vaak;
  • kind is verslaafd;
  • ouders hebben psychische problemen;
  • crimineel gedrag ouders;
  • ouders zijn verslaafd.
De rol van de raad van de kinderbescherming:

Als ouders samen met BJZ( Bureau Jeugdzorg ) de problemen niet kunnen oplossen en de opvoedingssituatie blijft bedreigend voor de ontwikkeling van het kind, dan schakelt BJZ/AMK( Advies- en meldpunt kindermishandeling) de Raad voor de Kinderbescherming in. In een overleg tussen de Raad en BJZ (het Casusoverleg) wordt de beschikbare informatie besproken en draagt BJZ de zaak over aan de Raad. De Raad doet vervolgens een onderzoek naar het kind en het gezin om te achterhalen of sprake is van een zodanig bedreigende opvoedingssituatie dat verplichte hulp nodig is. In dat geval verzoekt de Raad aan de rechter een maatregel van kinderbescherming op te leggen. Welke maatregelen er zijn en wat dit verder inhoudt kunt u lezen via onderstaande link.

Soms signaleert de Raad zelf dat sprake is van (een vermoeden van) ernstige opvoedingsproblemen. Dit kan gebeuren als de Raad zelf al bezig is met een onderzoek, bijvoorbeeld omdat een kind met de politie in aanraking is gekomen. In dergelijke gevallen kan de Raad zonder tussenkomst van BJZ/AMK besluiten tot een beschermingsonderzoek. De Raad brengt BJZ/AMK in zulke gevallen wel op de hoogte van zijn beslissing om dit onderzoek te starten.

Verder houdt de Raad zich bezig met jongeren die met de politie in aanraking komen. Ook is de Raad betrokken bij het afstaan of adopteren van kinderen. Bovendien speelt de Raad op verzoek van de rechter een rol bij ouders die uit elkaar gaan en het niet eens worden over afspraken over hun kinderen. De Raad verleent zelf geen hulp aan gezinnen. Wel zorgt de Raad dat de hulpverlening zo nodig op gang komt.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten